Alles valt in herhaling

Waarom? Daarom.
In 2019 schreef ik “alles valt”, naar de opengeslagen gedichtenbundel van Frank Koenegracht, die voor mij leuk was en misschien ook voor iemand anders. Klaar.
Daarom?
Alsof oeverloos schrijven goed is bij overdreven drukte in je kop, typte ik over Koenegracht en Hubert, over een chat via Hyves met een ex-collega over Windows XP, over erwtensoep en natte bospaden, allemaal ik-tekst maar over heel veel schreef ik gelukkig niet. Het kan vast erger.
Dus? Dus.
Ik snap nog veel tekst van toen ondanks de omgekatte wereld zonder betaald werk, mijn stoppen met roken, de wiedeweerga van corona, de kruisraketten van Poetin en wat ik allemaal nog vergeet.
De oorspronkelijke tekst van “Alles valt” herhaalt zich hier.
Alles klopt? Ach nee, natuurlijk niet.

Die avond had ik iets gedaan, veel drukte, die er verder niet toe deed, want het was voorbij en ik dacht er niet meer aan.
Toch bleef mijn hoofd bezig met van alles en nog wat.
Verleden tijden, slordig geheugen.
Maakte ik ooit een flauwe grap met een ex-collega in een chat via Hyves over de oldschool Windows XP laptop waarop ik typte? Was dat wel Windows XP of 2000?
Een pan met erwtensoep met speklappen kwam ook voor in deze herinnering.
En ook dat het regende, natte bospaden.
Het had de absurde kenmerken van een droom, maar was echt gebeurd. Ongeveer.

Ik begreep niet waardoor ik hieraan dacht en pakte een boekje van de bieb.
Het was een dun bundeltje van Koenegracht, ‘Alles Valt’. 1999, opgedragen aan zijn moeder.
Poëzie lezen voor het slapen is misschien niet aan te raden.
Op de foto (vanochtend genomen) het titelgedicht op pagina 37 waar ik niets over te zeggen heb.
Op pagina 36 het gedicht ‘Ode aan mijn zusje’, dat ik kende van het boomhuis, het weblog van Hubert, die al zolang niet meer onder ons is.
Een gedicht, een vertaling, zoals Koenegracht schreef ‘naar Wisława Szymborska’ en dat ‘naar’ vond Hubert vreemd en Danny wist daar destijds een antwoord op.

Dit alles maakte me wakker: ooit toen ik nog in Alphen aan den Rijn woonde, praatte ik af en toe met Koenegracht en dan bijna niet over poëzie, of een paar keer een beetje.
Hij heeft me niet uitgelachen, toen ik vertelde, dat ik ook wel eens wat gedichten probeerde. Hij noemde mij gelukkig nooit ‘dichter’ en ik ook niet, ik keek wel uit.
Wel dat hij Driek een betere Dichter Des vond dan Simon en dat Komrij er misschien te goed voor was geweest.
En dat hij zo van epigrammen schrijven hield.
En dat hij het gedicht van De Engelsman nou ook wel ongeveer gezien had.
Maar vooral raadde hij mij het lezen aan van René Kahn, iets over hersenen en hun herstel; dat het kan.

Ik weet dat ik van hem hield als we zijn kamer binnenkwamen en hij het raam dicht deed.
In de vensterbank stond een asbak. Daarnaast een pakje shag. Lichte rooklucht.
Op tafel een sleetse leren omslag met wat papier. Ik verzon dat daar wel eens halve gedichten in zouden kunnen zitten.

Ik ben opgestaan en heb een beker warme melk gemaakt.
Toen viel ik in een droomloze slaap.

4 reacties
  1. Gmt zei:

    …nergens zoveel verschillen als in de herhaling; eens je die begint te waarderen wordt het bestaan lichter en levendig, denk je niet?

    Geliked door 1 persoon

  2. Prachtig Jacob! Associatief, meanderend en hecht. ‘Haar soepen zijn heerlijk en zonder bijgedachten.’ Ook al zo mooi. Net als XP, de eerste Windowsversie die het vlekkeloos deed. Ik denk er nog wel eens aan.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.